Eerste indrukken
Georg Lindhoud
Na een lange periode van voorbereiding zijn we nu gelukkig hier aan het werk gegaan. In Nederland heb je bepaalde verwachtingen en voorstellingen van het werk hier. In de praktijk blijkt toch echt dat de praktijk de beste leermeester is. Mijn werkdag start ’s ochtends vroeg. 5 uur gaat de wekker. Opstarten, ontbijten en dan breng ik de kinderen naar school. Dat is ongeveer 40 minuten rijden. De school begint om 7.10 uur.
Daarna ga ik aan het werk. Ik heb kennisgemaakt met de verschillende werkvelden. Hammanskraal, Refilwe en Phumzile. Een paar indrukken van een willekeurige werkdag in Hammanskraal wil ik hier delen.
Dinsdagochtend. Ouderenhuis Hammanskraal. Vandaag gaat de Bibleclass over de Farizeeër en de tollenaar die beiden in de tempel aan het bidden zijn. De tempel, de plaats waar de waar de priester het offerlam slacht, het bloed sprengt en het offer brengt. De Farizeeër dankt zichzelf en heeft Christus’ bloed niet nodig. De tollenaar bidt het ootmoedige gebred van een zondaar die wel Christus’ bloed nodig heeft. De ouderen luisteren heel goed. Voor je gevoel zijn sommigen door dementie al minder bereikbaar. Maar toch zitten er een paar aandachtige luisteraars tussen. Opmerkelijk is een vraag van een van de ouderen, na afloop: als wij offers brengen, kunnen we dat dan thuis doen of is het beter dat we dat in de kerk doen? Ja er worden hier nog offers gebracht aan voorouders. Om hen gunstig te stemmen. Er wordt dan vaak een kip geslacht. Het is een mooie gelegenheid om hier dieper op in te gaan naar aanleiding van Psalm 51:19: ‘de offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God, niet verachten’. De Heere vraagt geen offers van ons, maar Hij zoekt naar waarheid in het binnenste. Het gebed van de tollenaar is hier een duidelijk voorbeeld van. Hij kwam niet met offers naar de tempel, maar met lege handen en een verbroken hart.
's Middags gaan we op bezoek – een home visit – bij een alleenstaande vader met zijn twee dochters van 11 en 13. Ze komen uit Mozambique. Zijn vrouw en hun moeder is daar overleden en ligt daar ook begraven. De meisjes weten er niet van. Ze leven hier nu in Zuid-Afrika zoals vele werklozen uit Mozambique hun heil hier zoeken. Helaas is er echter vaak voor hen ook geen werk en inkomsten. Dit gezin leeft zo arm dat ze in aanmerking komen voor een voedselpakket. De beide meisjes komen ook naar de kinderbijbelklas. Je ziet dat dit bezoek hen goed doet. Na afloop lezen we samen Psalm 27 en bidden we. Op deze manier wordt dit gezin in de bijbelklas maar ook via de home visit betrokken bij Gods Woord. Vaak is in de huizen geen Bijbel aanwezig, deze krijgen ze dan van ons.
Aan het einde van de middag bezoeken we het weeshuis Tswaraganang. Hier wonen weeskinderen. Sommigen zijn zelfs op straat gevonden en hierheen gebracht. Met de tienergroep - de oudere tieners – denken we na over de geschiedenis van de tien melaatsen. De groep doet enorm actief mee. Ze zijn geïnteresseerd en stellen mooi vragen. En dan te bedenken dat dit aan het einde van hun schooldag na schooltijd is. Zo komen deze kwetsbare kinderen ook in aanraking met Gods Woord. De Bijbel neemt het voor de weduwe en de wees op. Beter gezegd: God neemt het voor de wezen op. We hopen dat het zaad van het Woord zo ook gezegend mag worden aan de harten van deze tieners. Juist ook hen wens je toe dat ze door genade als weeskind geadopteerd mogen worden in het huisgezin van de hemelse Vader.