indrukken van familie Bolier
Na al de hectiek van voorbereiden, afscheid nemen, koffers pakken. Met al die koffers naar Schiphol. Met de hele horde kriskras over Schiphol. Ruim 10 uur met de kids – de kleinste op schoot – door de lucht, meer dan tienduizend kilometer boven de wolken. Tegen middernacht aankomen in Johannesburg, Zuid-Afrika. Opgewacht en opgevangen door collega Cees en zoon Wytse, gemeenteleden Evert, Ansie en Cor. Met het hele gezin in de 7-seater van Cees, alle bagage achterin een ‘bakkie’ (Afrikaans woord voor een pick-up auto). En eindelijk aankomen in ons nieuwe onderkomen in Rayton.
En toen werd het stil
En toen werd het stil. Althans, van onze kant. Want in de tussentijd is er wel heel wat gebeurd! We weten zeker dat er velen met ons meeleven. Waarschijnlijk zelfs meer onzichtbaar dan zichtbaar (Matth. 6:6a). Daarom laten we graag iets van ons horen. U zult begrijpen dat onderstaand slechts een indruk geeft.
Graag willen we aan u laten weten dat we hartelijk zijn ontvangen in de gemeente van Silverton. We wonen nu in Rayton en een aantal mensen uit de gemeente is dichtbij. Vooral in het begin zijn we met allerhande zaken op weg geholpen. En dat is wel heel erg luxe hoor! Vaak voelden we ons wat ontredderd als we met een bos sleutels en afstandbedieningen in de hand ons voor de zoveelste keer afvroegen of alles wel echt op slot en beveiligd was. En dan te bedenken dat we in Elspeet de sleutels ’s nachts gewoon in de auto lieten liggen…
Gaandeweg is het stof gedaald. De kinderen zijn nu dagelijks naar school – ongeveer 40 minuten rijden. Job brengt ze weg, Heleen haalt ze weer op. Job is begonnen met het werk. Heleen probeert het huis een beetje bij te houden en gaat sinds kort ook nog eens drie dagen mee naar de werkvelden. De zaterdagen houden we vrij voor ons gezin. De ene keer blijven we thuis. De andere keer trekken we er opuit. En de zondagen brengen we de kerkdiensten door in de gemeente van Silverton. De dagen hier zijn lang en kort tegelijk. We staan vroeg op. Het is relatief weer vroeg donker. Om genoeg energie te hebben voor de volgende dag, gaan we onwaarschijnlijk vroeg naar bed. In het begin probeerden we nog weleens onze Nederlandse manier toe te passen, maar dat houden we niet vol. Het komt wellicht doordat we nog steeds in het wenproces zitten: niet alleen de omgeving en de manier van doen, maar ook het klimaat is anders. In Nederland was het voor mij (Job) vooral studeren. Hier neemt het ‘werk’ mij volledig in beslag. Er zijn ook hier zoveel mensen, het houdt niet op. Juist met de mensen op het werkveld willen we graag een band opbouwen, hun wereld begrijpen en ons verdiepen in hun denkwijze. Tegelijk zijn we van mening dat we niet kunnen wachten met evangeliseren, totdat we dat allemaal op een rijtje hebben. Dus doe je het tegelijk. Vragen, vragen, vragen. Maar ook: uitleggen, uitleggen, uitleggen. ‘Uitleggen’, want Zuid-Afrika is in naam een overwegend christelijke natie. Vrijwel iedereen kent de naam Jezus. Maar wat houdt dat nu precies in? Wat is het Evangelie? En waarom (voor wie) is dat nu echt een blijde boodschap? En wat is nu eigenlijk de betekenis van de Wet in het Woord van God? In de gesprekken totnogtoe merken we dat mensen wel een gevoel hebben bij bepaalde culturele gebruiken (neem bijvoorbeeld de afwezigheid van huwelijkstrouw) en ook wel weten wat de Bijbel daarover zegt, maar dat toch de cultuur de dienst uitmaakt. Men hoopt dan dat die ‘fouten’ straks wel vergeven zullen worden, als God het ‘goede’ (kerkgang, bidden, vooral bidden) ertegenover stelt. Wat een ontzaglijke ontnuchtering zal dat dan zijn! Met alle kracht die in je is, probeer je dan het werkelijke Evangelie voor te stellen. Vaak in een gesprek van een kwartier… Maar, er zijn soms ook andere gesprekken. Met mensen die worstelen met hun zonden en schuld en die daar inhoudelijke vragen over hebben. Of die nog geeneens worstelen, maar niet zo overtuigd zijn van het ‘evangelie’ dat ze in vele Afrikaanse kerken horen. Ondertussen hebben wij slechts te mediteren, zaaien en bidden. ‘Werpt uw brood uit op het water…’.
Een hartelijke groet van Job, Heleen en de kinderen