Goeddoende
Leven zonder agenda, zonder horloge, zonder afgebakende taken, zonder… Zo kan ik nog wel een poosje doorgaan. Inmiddels is het een aantal maanden geleden dat ik gestopt ben als juf in Nederland en begonnen aan de voorbereidingsperiode voor veldwerk in Zuid-Afrika. Eén van de mooiste onderdelen van de voorbereidingsperiode is de stage in Zuid-Afrika zelf. Een stage zonder agenda, zonder horloge, zonder afgebakende taken, maar mét een heleboel leerervaringen! Leren lopen over hobbelige, zanderige paadjes. Leren ruiken naar (voor mij nog) onbekende luchten. Leren luisteren naar schrijnende verhalen. Leren voelen hoe het is om je dag te beginnen zonder eten. Leren kijken naar de persoon achter het verhaal. Leren bemerken dat hier zoveel mensen zijn met een ziel voor de eeuwigheid. Ik neem u in gedachten mee naar één van deze leerervaringen.
Op vrijdagmiddag loop ik door Phumzile. De kinderen staan al snel om je heen en dringen om je hand vast te houden of op je rug te klimmen. Vol verbazing staren ze naar je ‘witte handen’ en proberen in hun beste Sepedi (of kleine beetje Engels) je van alles duidelijk te maken. Wat voel je je dan onbeholpen als je iedere keer opnieuw je schouders op moet halen omdat je echt niet begrijpt wat ze zeggen en het vooral moet hebben van de non-verbale communicatie.
En ja, stiekem kan het dan wel een beetje kriebelen… In Nederland was het zo heerlijk dat je een klas had en wist welke kinderen er in je klas zaten. Dat communiceren zo gemakkelijk ging, de taakverdeling helder was, Gods Woord open kon gaan zonder taalbarrière. Hoeveel drempels lijken er hier te zijn om het Woord van de Heere te brengen in Phumzile. Moet ik hier ‘juf’ worden? Is dit mijn nieuwe taak? Een stil gebed gaat omhoog: ‘Hoe dan Heere?’
Totdat ik terugdenk aan de woorden die vanmorgen onder m’n ogen kwamen: ‘Heere, snoei, vorm en teken mijn ziel zoals gij het wilt. Maak mij slechts een volmaakte kopie van Uzelf!’ (Octavius Winslow). En opeens zie ik in gedachten de Heere Jezus als Meester het land van Israël doorgaan. Iedere dag opnieuw ontmoette Hij mensen. Deze mensen stonden, met eerbied gesproken, niet gepland in een agenda. Er was geen menselijk schema bij opgenomen. Maar in Gods onbegrijpelijke voorzienigheid ontmoette Hij mensen, reizigers naar een eeuwigheid. En wat lezen we van Hem? ‘Welke het land doorgegaan is, goeddoende’ (Handelingen 10:38). Voorafgaand aan Zijn sterven, ging Hij drie jaar het land van Israël door: goeddoende. Zo was Hij een Meester! Alleen door Goddelijke genade kunnen we Zijn voorbeeld navolgen. Of zoals Winslow zegt: ‘Een kopie van Hem te mogen zijn’. In Israël, in Nederland, of (in mijn geval) in Zuid-Afrika. Maar hoe dan? In jezelf onmogelijk. Zeker als je weet dat je uit jezelf nóóit op Hem kunt lijken.
Al overpeinzend komen we aan bij de hoek van de wijk. Het is inmiddels twee uur en de Bijbelklas gaat beginnen. Verschillende mannen en vrouwen komen aangedruppeld. En ook kinderen zijn graag aanwezig. Niet veel later gaat de Bijbel open. Eén van de zendingswerkers begint de Bijbelklas. Gods Woord, het Levende Woord gaat open. Als Hij afdaalt en Zelf in deze wijk aanwezig wil zijn… Alleen dan zál het gaan. Als hét grote Voorbeeld, dé Meester Zelf op de plek is waar je werken mag.
‘O Heere Jezus, wilt U zo ook deze wijk doorgaan? Goed doende.
En leer mij en ons dan om U door genade te volgen en zo slijk aan Uw vingers te zijn.’
Lianne de Baat